Ik en ICCO

Ik vertrek in September voor anderhalf jaar naar Honduras - Santa Rosa de Copan - om daar als Junior Deskundige Systematiseren, Leren en Communicatie de organisatie OCDIH te versterken. En dit is de plek waar ik heerlijk kan spuien en reflecteren.



Monday, November 26, 2007

Hola Dikke!

Toch maken ze me aan het lachen die Hondurezen. Op zaterdagavond krijgen we vaak bezoek van een familie een paar huizen verderop. Het is een complexe familie met veel kinderen van veel verschillende leeftijden, twee moeders – die zussen zijn - en geen vaders, maar dat kan allemaal hier in Honduras. Wel zijn het super lieve mensen, en dat staat voorop natuurlijk. Het mooie aan de Hondurezen is dat je ze in alle kleuren en maten hebt: groot, klein, dik, dun, donker, blank. You name it we have got it!

Als de familie binnenkomt wordt er met allerlei nare woorden gegooid ‘hola cordo – dikke’, ‘como estas negrita - zwartje’, ‘dunne – flaka que tal?’. Ik werd er een beetje ontoepasselijk van. Moet je die arme jongen – in de pubertijd en inderdaad met overgewicht – nu echt tegenover iedereen ‘dikke’ gaan noemen?

Dus ik confronteer Glenda ermee en vraag waarom ze elkaar zo noemen. Blijken het troetelnaampjes te zijn! Mama noemt Glenda ook altijd ‘Negra’. Dus vanaf nu ga ik als ‘flaka’ door! Praat toch een stuk gemakkelijker dan ‘Dirkje’.
En hoe kwam Flaka dit weekend door? Spaanse les met Nuria en updates krijgen over de ins en outs van Santa Rosa: met een cappuccino proosten we op de revolutie. Met Mireille cappuccino drinken in een Nederlands café Ten Napel – het is een kleine wereld. Verse maïs tortilla’s bakken met MaLu (mijn Mama Lucie) en filosoferen over de rol van de kerk en anticonceptie. En een verjaardag met mierzoete taart en een gigantische familie. Verder de bekende wasjes draaien en kerkbezoeken. Ik heb het er maar druk mee!

Thursday, November 22, 2007

LA Gear en voetbal – het weekend van het jeugdsentiment


Er is geen schoen die het hier uithoudt in Santa Rosa de Copan. De zolen zijn gedoemd ten onder te gaan vanaf de dag dat je ze aandoet. De wegen met onevenredige kinderkoppen, modderstromen en bergen maken het een onbegaanbaar gebied. En dus kocht ik dit weekend mijn tweede paar schoenen en liet ik mij verleiden door de tekst op de doos: LA GEAR is back! Ja zeker! Ik herinner me nog als de dag van gisteren dat ik trots met mijn roze LA GEAR de Pater van der Geldt basisschoolplein op liep. LA GEAR is back en ik voel me stoer!




Daarnaast het voetbal. Mijn jeugdsentiment gaat uit naar de nacompetities van RKC, de Bengaalse staaf in de Kuip, de ‘ga je mee naar het stadion’. En een wijs persoon zei me eens ‘wat je in Honduras in ieder geval moet doen is naar de voetbal’. Prima! Doen we! Ik met Dania en Freddy – haar man – en haar zoontje naar Savio – Olimpia. Savio is het lokale team van Santa Rosa – vergelijkbaar inderdaad met RKC want hangt ergens onderaan in de competitie. En Olimpia zit altijd bij de eersten, en komt uit de hoofdstad Tegucigalpa: een soort RKC – Ajax. De spanning stijgt, de mensen worden onrustig, het stadion ziet rood van de mensen (de kleur van Savio) maar in de tweede helft scoort Savio en winnen we met 1-0! Ik ga op in de menigte en roep enthousiast mee: ‘Savio, Savio, Savio, Savio’.

Oh ja, en natuurlijk kwam ik vol op de nationale televisie - is me verteld...

Monday, November 19, 2007

La solidaridad, la justicia y la paz – solidariteit, gerechtigheid en vrede

Op zondagen vind ik het heerlijk om naar de kerk te gaan. De kerk is cultuur, en belangrijk voor Glenda en mama en dus sta ik er open voor. Het is de katholieke kerk die we bezoeken, maar er is hier voor ieder wat wils. Hoewel we over het algemeen naar de kathedraal in het centrum gaan, gingen we nu naar een kerk dichter in de buurt. Vol met mensen, waaronder ook de echt armen die je nooit in het centrum van de stad zal zien.

Een 96 jarige vegetariër als pastoor. Dat begint al goed natuurlijk! En als ik zeg de kerk is cultuur, dan heb ik het over de inhoud en de vorm van de missen. Zo krijgt Jezus Christus regelmatig applaus, klinkt de keyboard heerlijk, en worden er kusjes in de lucht gegeven voor het ‘woord van God’. De mis begint met een ‘goede morgen’ voor iedereen die je in je buurt een warme omhelzing of hand kunt geven, en tegen het einde hetzelfde ritueel waarin je de mensen om je heen ‘vrede’ wenst. De lange vegetariër mengt zich tussen de mensen en geeft hier en daar een dikke pakkerd weg. Even knuffelen mensen.

Tot zover de vorm. De inhoud is wat me echt boeit hier. Zittend tussen de meest armen van Santa Rosa de Copan krijgen de woorden uit deze titel pas echt betekenis. En als je me vraagt waar ik in geloof, dan is het daarin: solidaridad, justicia y la paz. Wat thema’s die deze pastoor op een zondagochtend aanhaalt: ‘Het grootste gevaar op dit moment is niet de fysieke strijd, maar de stille strijd om onze gedachten. Het zijn de grote bedrijven die het monopolie hebben, die in de kranten krijgen wat ze willen, en ons doen geloven dat wat ze doen goed is. We worden gedachtesdood gemaakt door hen met macht. Waarom komt een minister met een helikopter naar ‘el campo – het platteland’ om daar te laten zien dat hij het beste met ons voor heeft. Ze willen ons gedachtesdood hebben”. Dan migratie, een belangrijk thema in een land waar iedere minuut 2 mensen naar de US migreren – STEL JE VOOR! “Ze hebben een huis, ze hebben werk, ze hebben wat ze nodig hebben hier in Honduras, en juist zij gaan naar de US. Omdat ze denken dat ze het daar beter hebben. Maar vergeet niet dat alles daar duurder is, het leven zwaarder. En waarom blijven ze niet hier om Honduras te veranderen. We hebben verandering nodig”. Dan alle zwangere vrouwen – 80 procent van de moeders is single-mother - op straat en natuurlijk de anti-anti-conceptie. “Anticonceptie is er omdat we onze waarden zijn verloren. De waarden van de band tussen een man en een vrouw. De familie waarden. Die moeten we koesteren en niet met carnaval losbandig de straten op gaan”.

De bottum-line is dependencia – afhankelijkheid. De nare afhankelijkheid van de mondiale structuren, het politieke nationale systeem dat armoede in stand houdt, afhankelijkheid van idealen die niet Hondurees zijn maar Amerikaans met de nadruk op consumeren; de eindeloze armoede spiraal. En het belang van afhankelijkheid in de families, tussen man en vrouw, in een comunidad. Waar boeren hun land en oogst delen, en in vrede en solidariteit met elkaar samen leven. Kon dat maar op nationaal niveau: solidaridad, justicia y la paz.

De kerk is een belangrijke politieke speler in Honduras, activisme en kritiek van onderop, daarom voel ik me er thuis denk ik. Die 96-jarige vegetariër inspireert.



Friday, November 16, 2007

Een vriendelijk volkje



Nederland zou geen identiteit hebben, of in ieder geval niet één gedeelde identiteit, volgens ons aller Maxima. Nu blijkt uit onderzoek van de Wereldomroep dat Nederlanders in het buitenland dat toch heel anders ervaren.

“Zodra je in het buitenland woont”, schrijft een respondent, “word je als Nederlander zeer op je nationaliteit aangesproken (door de goede reputatie van Nederland), waardoor het gevoel Nederlander te zijn wordt versterkt en het gevoel daar trots op te kunnen zijn groeit.”

Dat zet je als Nederlander in het buitenland wel even aan het denken. Ik denk dat als je in het buitenland zit, je meer bewust bent van je eigen identiteit. Want pas als je geconfronteerd wordt met andere identiteiten, kom je erachter dat je er zelf ook een hebt. En hier in Midden Amerika, maakt het eigenlijk niet zoveel uit waar je vandaan komt, want als je blond bent en blauwe ogen hebt, zijn er twee opties die zij voor je bepalen: Amerikaanse (Gringa) of de rest van de rijke wereld. En ja, dan is de ‘rest van de rijke wereld’ echt wel een stuk beter dan een Gringa.

En met een positieve blik op de ander, heb je een positieve blik op jezelf. Want er zijn heel veel culturele dingen hier, die ik erg kan waarderen. De hechte familiebanden, de oprechte solidariteit met de armen, het politieke bewustzijn de behoefte aan contact met je medemensen. Maar er zijn ook dingen die ik absoluut niet kan waarderen. Het feit dat je een hoop dingen moet doen, waar niet ‘netjes’ om gevraagd wordt met een ‘por favor’. Wij Nederlanders zijn toch vooral van het ‘ik MOET helemaal niks, maar als je het netjes vraagt wil ik je wel helpen’.
En vanuit hier kan ik zo een boek schrijven over de Nederlandse identiteit. De vreemde gewoontes, de warmte in een kleine omgeving, de behoefte aan gezelligheid. Het is een vriendelijk volkje, die Nederlanders!

Thursday, November 15, 2007

Wednesday, November 14, 2007

¿Que paso mujer?



Waar ben je mee bezig vrouw? – heel vrij vertaald! Ik volg nu een Maestria (in Nederland zou dat een postdoctorale opleiding zijn zoals ik deze al heb gevolgd) in Ontwikkeling en Planning. Want waar kun je beter ontwikkeling discussiëren en bestuderen dan in een land in ontwikkeling? Met mensen die direct ermee te maken hebben en die er al jaren in werkzaam zijn? Het is een samenwerking tussen de Universiteit van Honduras (zie logo) en de Universiteit van Mexico, in samenwerking met allerlei ontwikkelingsorganisaties.

We krijgen lessen van Mexicaanse professoren van een fenomenaal kaliber. Keer op keer weten ze me te boeien. En ze hebben passie en positivisme. Want natuurlijk zijn de mondiale structuren er nu niet echt naar om Honduras uit de armoede te trekken, maar dat betekent niet dat verandering niet mogelijk is. We – als wij in Latijns Amerika – hebben een eigen perspectief nodig op ontwikkeling en vooruitgang. Een gedeeld Utopia waar we naartoe leven. En ik wil graag helpen daar over na te denken!
Ondertussen heb ik ook mijn eigen Utopie gesteld, namelijk het ontwikkelen van een praktische methodologie voor de lerende organisatie, en wel in het Spaans. Oftewel mijn scriptie. Maar wel een scriptie waar andere organisaties die heel snel groeien – zoals OCDIH – hopelijk iets aan kunnen hebben.

Verder? Ga ik naar de kerk waar sommige jonge stelletjes zo gepassioneerd omarmd binnen komen dat de pastoor er en public even iets van zegt. Zetten we snel de soaps uit op televisie als er een gelovige collega binnen komt die dat niet schijnt te kunnen waarderen. Hoop ik iedere dag op zon zodat mijn kleren dan toch echt een keer zullen drogen. En bereid ik me net als al mijn collega’s voor op de kerst. Niet dat het me echt heel erg bezig houdt – maar het is deel van de integratie zullen we maar zeggen. Ik ben ineens gek op kitschherige kerstbomen en foute lichtjes.

Tuesday, November 6, 2007

Ik ben weer even kwijt welke dag het is












OCDIH is een organisatie waarin je jezelf gemakkelijk kan verliezen.
Overal zijn mogelijkheden om meegesleurd te worden door je interesses en nieuwsgierigheid. Zo gebeurde het dat ik vrijdag een inspirerende workshop gaf – in mijn beste spaans – aan de directeuren, wat gelde als het startsein van mijn werk. Ik heb 8 prioriteiten gekregen – dus of ik dan ook maar meteen 7 jaar wilde blijven – waarvan ik er nu met twee aan de slag ga: de introductie van technologie in OCDIH (dus toch!) en het opstellen van een communicatie strategie – intern en extern. Dus nu kan ik na het creëren van het nodige draagvlak voor mijn werk, lekker gaan adviseren en onderzoeken. Leuk!
Zaterdag Spaanse les gehad, naar een kledingmaakster geweest, koffie gedronken, yoga gedaan – reken maar dat ik spierpijn heb – en in de avond merengue gedanst in een relaxed restaurantje hier. De zaterdagen vliegen hier voorbij.
Zondag ging de wekker om 530u en werd ik met een griep wakker. Damn wat is het koud hier mensen. Jammer dat er geen verwarming is! Maar het werk roept dus op naar Copan Ruinas voor de voorbereidingen van een meeting van een internationaal Risico Management team. OCDIH heeft een ‘centrum voor capaciteit’ waar trainingen gegeven kunnen worden. Het centrum is eigendom van OCDIH – wat vrij bijzonder is voor NGOs om eigen vastgoed te hebben – en ze kunnen dat verhuren aan andere organisaties om geld te verdienen. Dit is onderdeel van het streven naar zelfredzaamheid van OCDIH, dat ze ooit niet meer afhankelijk zullen zijn van donoren, maar zelf hun boontjes kunnen doppen. Er komt ook een restaurant bij waar mensen de producten van door OCDIH ondersteunde boeren kunnen eten. Ik ga werken aan de promotie van dit centrum. Ik barst van de ideeën!
Risico Management is een belangrijk thema hier in Honduras – en in heel Centraal Amerika. Het is ieder jaar weer raak. Orkanen, tropische stormen en aanhoudende regens verwoesten huis en haard van de armste. Het internationale team – Nicaragua, Honduras, El Salvador, Guatemala en Honduras – werkt samen om de organisaties meer capabel te maken om adequaat met risico’s om te gaan en de gevolgen te verkleinen. Laat er nu net een proces gaande zijn om de deelnemende organisaties – waaronder OCDIH – te ondersteunen in het systematiseren van hun werk middels technologie. En laat die verantwoordelijke nu net over twee weken OCDIH aandoen. Hij weet van alles over open-source toepassingen, intranet en internet, en ik heb sterk de hoop dat we aardig wat technologische koppen zullen gaan slaan binnen OCDIH. Nu ik de goedkeuring heb van de directeuren om met technologie als prioriteit aan de slag te gaan – kon de timing niet beter zijn! Tijd voor een Hondurees dansje dacht ik zo.
Na de maandagochtend in het ‘centrum voor capaciteit’ – het was de eerste meeting die er georganiseerd is, en voor de mond op mond reclame moest alles picobello zijn – flitsten we terug naar Santa Rosa voor de laatste paar uurtjes van de Master in Ontwikkeling en Planning. En als ik mezelf verlies, dan merk ik dat ik me niet meer kan focussen. Dat als ik denk aan de promotie van het centrum, ik direct overschakel naar de communicatiestrategie. Of toch naar de Master. En dan weer de opensource mogelijkheden. Maar het mooie is dat alles uiteindelijk zijn weg vind.
En voor diegenen die zich zorgen maken, nergens voor nodig! Ik heb een veilige werk en woonomgeving. Mensen om me heen die ik kan vertrouwen, en die weten hoe ze verstandig hun weg kunnen vinden in Honduras. En dus geniet ik van het mooie Honduras. De lieve mensen, de mooie ongerepte natuur, en de veelzijdigheid van OCDIH.